Hulpverlening werkt onvoldoende mee
In de bestrijding van een psychotische episode is het van het grootste belang dat het ijzer wordt gesmeed wanneer het heet is. Het psychotisch bewustzijn is als de golven in een woeste zee. Het ene moment is er de bereidheid om een pil te slikken, het volgende moment is de bereidheid weer weg. Het is dus zaak dat hulp snel komt opdagen en desnoods langdurig aanwezig blijft. De psychoticus moet in de intensive care van de psychiatrie.
Het probleem in de meeste regio’s is dat zo’n ‘intensive care’ eenvoudig niet bestaat. De standaard route naar psychiatrische behandeling gaat via de huisarts, naar de opname psychiater of spv’er. Huisarts, rijdende psychiater, crisiscentra hebben geen tijd om uren aan een stuk met een psychotische patiënt bezig te zijn.
Dankzij verschillende zorgvernieuwingsprojecten kan van een multi-functionele eenheid (samenwerkingsverband tussen RIAGG, Psychiatrisch Ziekenhuis en andere psychiatrische zorginstellingen) soms wel een dergelijke inzet worden verwacht. Maar ook dan zal het helpen wanneer een vertrouwenspersoon gevonden kan worden om de kastanjes uit het vuur te halen.
De klassieke, foutieve aanpak, bestaat eruit dat de arts de patiënt zo snel mogelijk een sterk en versuffende anti-psychoticum toedient. De patiënt kalmeert daar meestal wel van maar blijft vervolgens enkele weken ‘in observatie’ in een opname afdeling waar weinig of niets aan behandeling wordt gedaan. Deze aanpak kan op de patiënt een traumatische uitwerking hebben waardoor de bereidheid om aan verdere behandeling mee te werken sterk vermindert of zelfs geheel verdwijnt. Het trauma wordt veroorzaakt door
- de bijwerkingen van een te hoge dosis anti-psychoticum,
- het gebrek aan aandacht voor de inhoud van de psychose, de problemen die de patiënt als zijn werkelijke problemen ervaart,
- de angst van de patiënt ten onrechte gek te worden verklaard en levenslang opgesloten te worden in een gekkenhuis – een angst die sterk bevordert wordt door het kontakt met andere pyschotische mensen op de opname afdeling en de (eigen of andermans) ervaringen met de isoleer.
Wanneer het niet mogelijk is de patiënt te laten opnemen in een ziekenhuis waar een moderne aanpak wordt gevolgd kan de vertrouwenspersoon van de patiënt een belangrijke rol spelen bij het neutraliseren van de effecten van het trauma. Door de patiënt dagelijks te bezoeken, biedt hij of zij de patiënt het nodige tegenwicht.
De taak van de vertrouwenspersoon is:
- zich inzetten voor een goede medicatie
- aandacht voor de inhoud van de psychose, voorlichting geven over schizofrenie en antipsychotica
- zich inzetten voor onmiddellijke vrijlating uit de isoleer en het verwoorden of ondersteunen van de verontwaardiging van de patiënt over zulke behandeling.
De vertrouwenspersoon moet iemand zijn die door de patiënt wordt vertrouwd. Het kan een familielid zijn, maar ook een hulpverlener. Belangrijk is in beide gevallen dat vertrouwenspersoon en (overige) hulpverleners de rolverdeling duidelijk is. Waar dat niet zo is, moet de vertrouwenspersoon de nodige initiatieven ondernemen.